Middeleeuws kleingeld uit Wijk 6
Door
|Tot voor kort kochten Urkers hun dagelijkse behoeften met kleingeld. Centen, stuivers of dubbeltjes. In de 17eeeuw bestond dat kleingeld uit koperen duiten, zilveren stuivers en dubbele stuivers (dubbeltjes). Die muntjes worden in de bodem van het oude dorp vaak gevonden. Een bewijs van een levendig geldverkeer tussen de 150-300 inwoners van 17eeeuws Urk.
Vanaf de 12de eeuw stonden in Wijk 6 een hele reeks boerderijen en in de 15de eeuw stond er in de omgeving van Wijk 5-126 zelfs een versterkt huis waarin soldaten gelegerd waren. Toch is er nooit kleingeld uit die eeuwen op Urk gevonden. Maakten Middeleeuwse Urkers geen gebruik van kleingeld? Dat zou kunnen want boeren waren in die dagen zelfvoorzienend en regelden hun overige behoeften vaak met behulp van ruilhandel.
Een week of wat geleden werd er bij het uitdiepen van een kamer op Wijk 6-129 een Middeleeuws muntje gevonden. Een ‘mijt’ van Lodewijk van Crecy (van Vlaanderen), geslagen te Gent rond 1335. Piepklein en van een laag zilvergehalte; dat waren alle muntjes in die tijd want zilver was schaars. Met een gewicht van minder dan een gram een typische vertegenwoordiger van de laagste betaaleenheid van de Middeleeuwen.
Het muntje kan van een van die Urker boeren geweest zijn. Maar het kan ook uit de handen gevallen zijn van een van de mensen die de Sterkte bouwden en bewoonden. Wie het weet mag het zeggen...