Wij helpen onszelf

Het was in 1796 dat de Engelse arts Edward Jenner er achter kwam dat besmetting met koepokken (een lichtere vorm van pokken) ervoor zorgde dat het menselijk lichaam resistent raakte voor de dodelijke pokken. Het werd als een zegen ervaren toen deze vreselijke ziekte eindelijk bestreden kon worden en wereldwijd werden vaccinatieprogramma’s opgezet.

Ook in ons land wordt het vaccineren gestimuleerd door de overheid. Op 7 september 1814 besluit de latere koning Willem I koepok inentingen verplicht te stellen voor kinderen die staatssteun ontvingen (het befaamde ‘pokkenbriefje’). In 1823 moeten alle schoolgaande kinderen ingeënt zijn. Op Urk loopt men voorop want al in 1811 weet chirurgijn Hoefnagel door inenting van meer dan honderd personen een pokkenepidemie in de kiem te smoren. Het percentage ingeënte personen steeg zelfs tot 50% van de bevolking; een voor die jaren uniek gegeven in Nederland. In de loop van de jaren dertig van de negentiende eeuw ging de meerderheid van de Urker bevolking mee met de Afscheiding en werd het eiland geleidelijk een bolwerk van weerstand tegen vaccinatie. De Afscheiding maakte deel uit van een religieuze oplevingsbeweging die inenting beschouwde als in strijd met de gereformeerde geloofsovertuiging en oppositie ertegen aanwakkerde. Landelijk zorgde deze ontwikkeling ervoor dat in 1857 het pokkenbriefje afgeschaft moest worden. De vreselijke pokkenepidemie van 1871 maakte dat er in Nederland 23.000 slachtoffers vielen en dat inenten toch weer algemeen verplicht werd gesteld. In 1928 kregen gewetensbezwaarde ouders het recht vaccinatie te weigeren. En dat recht geldt tot de huidige dag.
Een recht dat Koning Willem 1, die inenten als ‘een onschatbaar geschenk der Voorzienigheid’ zag en de Urker dokter Leendert Hoefnagel, die het als een ‘gift van God zag’, met stomheid geslagen zou hebben.

Kind uit Bangladesh met pokken

Fedde Jan Groot (Koog a/d Zaan, 1951) is onlangs, na een lange loopbaan bij de Verenigde Naties, met pensioen gegaan. Eén van zijn grootmoeders was van Urk afkomstig (Naalke Hoefnagel, 1893-1968). Als kind luisterde hij graag naar haar verhalen over de tijd toen Urk nog een eiland was. Zij vertelde onder meer over iemand die, net als zij, Hoefnagel heette en vroeger op Urk was gekomen om het beroep van chirurgijn uit te oefenen. Dat klonk geheimzinnig en avontuurlijk genoeg, maar meer dan deze summiere gegevens waren er niet bekend. Na zijn pensionering besloot Fedde om in de archieven op onderzoek te gaan om meer over deze Hoefnagel en zijn boeiende werk te weten te komen.

Klik op de cover om deze uitgave van Urcker Kronieken te lezen. U kunt het nummer ook downloaden via de knop links boven aan de pagina. Om het werk van de Stichting Urker Uitgaven te steunen en te kunnen doorgaan met het publiceren van de Urcker Kronieken, vragen wij u om € 2,- per gedownloade uitgave over te maken op rekeningnummer NL 32 ABNA 0436429853 (t.n.v. Stichting Urker Uitgaven). Als u de stichting een warm hart toedraagt mag u uiteraard ook meer overmaken.

Redactie: Marret Kramer, Janna Willems, Mark Broch, Klaas Post.

Dit initiatief wordt ondersteund door: