Stijntje Jacobs de eerste (protestantse) vroemoer van Urk

In 1628 vestigde Josijntien (Stijntje) Jacobs zich op het eiland Urk, samen met haar man ds. P. Salebien. Hij was schoolmeester en zij vroedvrouw in Castricum. Het kostte haar flink wat moeite om het vertrouwen van de zwangere vrouwen op Urk te winnen. Stijntje liet zich echter niet uit het veld slaan.

Naast haar man zette Stijntje zich volop in voor de eilandbevolking. Ze begreep best dat, wat jarenlang gewoonte was (burenhulp en zoveel mogelijk alles zelf doen), niet ineens kon veranderen. Bovendien was er een ingeboren wantrouwen bij de eilanders tegen alles wat nieuw was. Wanneer je een vroedvrouw in je huis toeliet, was je je vrijheid kwijt. Daarnaast kreeg je diverse hygiënische maatregelen en dure middelen voorgeschreven. De toch al arme bevolking moest daar eerst het nut van gaan inzien. Wat de bezoldiging van Stijntje betrof, deed ze vrijwilligerswerk. De meeste eilanders hadden gewoon het geld niet om haar te betalen.

Geen vetpot

Stijntje wist overigens wat het was om met weinig geld de week door te komen. Haar man bracht ook niet veel geld in het laatje. De dominee werd tegengewerkt door de rooms-katholieke schout. Hij ontving een deel van zijn traktement niet (de plaatselijke bijdrage) en voor zijn werkzaamheden als secretaris van de magistraat en als schoolmeester ontving hij niet of nauwelijks een vergoeding. Er was druk van hogerhand (classis en ambachtsheer) nodig om het plaatselijk bestuur van Urk duidelijk te maken, dat de arbeider zijn loon waardig was.

Verdriet

Stijntje bleef haar best doen om de eilanders met raad en daad bij te staan, met name op het terrein van de gezondheidszorg. Daarnaast zorgde ze goed voor haar man en zoon Daniël. Hun zoon voelde zich goed thuis op het eiland. Verdriet kwam er echter in de pastorie toen vader Salebien overleed. Bij het bezoeken van de zieken op het eiland was hij besmet geraakt door de pest. In 1637 bezweek hij aan deze vreselijke ziekte. Met hem werden nog eens 148 eilanders (van de ruim 300 inwoners) naar het graf gebracht. Dominee Salebien werd begraven in het voormalige roomse kerkje op de Bult.  

Vroumoederschap

Toen eind 1637 de nieuwe predikant Franciscus Pinaeus het beroep naar Urk had aangenomen, verliet Stijntje Jacobs met haar zoon Daniël het eiland en vestigde zich in Kampen. Ze solliciteerde direct naar de functie “vroumoederschap” en liet het plaatselijk bestuur weten dat ze dit beroep reeds “den tijt van 24 jaren tot contentement van eenen ijegelicken op verscheijden plaetzen” uitgeoefend had. Ze werd door de raad benoemd. In de aanstellingsakte lezen we dat de “eerbare Josijntien Jacobs” als “vroemoeder deser Stadt” was aangenomen, “edoch altijdt tot wederseggen”.

Haar zoon Daniël trouwde in datzelfde jaar op 23 december met Aeltje Tuenis. Opvallend is, dat even daarvoor de burgemeester van Kampen, Reijnier Jansz Hoolboom, en een zekere Oloff Cruel voogd over Daniël waren geworden.

Kleinkinderen

Veel meer is over Stijntje niet bekend. Wel, dat ze doopgetuige was bij de doop van haar kleinkinderen Pijeter en Caettelienke. Daarna vernemen we niets meer van Stijntje Jacobs, de vrouw van ds. P. Salebien, die haar leven inzette voor haar man, kind en bewoners van “verscheijden plaetzen”.

De bevalling.; A.Bosse,, 1633