Urk in quarantaine

Het is 1536. Op Urk breekt de pest uit. Het eiland heeft in die tijd veel contact met Kampen. Dit heeft te maken met de Hanzevaart en met het feit dat rijke Urkers zich in de welvarende Hanzestad vestigen. In Kampen schrikken ze van de pestuitbraak; de ‘internationale’ stad was al eerder zwaar getroffen.
Al snel vaardigt de gemeenteraad een ‘keur’ uit. Een quarantainemaatregel, met zware boetes: “[N]ymant van onse borgeren oft inwoenderen [zal] enige guederen oft lueden, comend wth (uit) pestilencie huysen van Enss, Urck oft Emeloirt innemen.” Haalde men een Urker in huis, dan betaalde men een boete. Handelde men in Urker producten, dan werden deze verbeurd verklaard.

Kampen hanteert strenge voorschriften. Families die getroffen zijn door de pest zijn verplicht minstens zes weken een bosje stro aan de dorpel te hangen. Het wasgoed uit deze huizen mag niet op de gemeenschappelijke bleek worden gedroogd. De pestlijders mogen niet onder de mensen komen en ook niet naar de kerk. Ze mogen wel naar het klooster van de Cellebroeders en -zusters. Deze ‘helden’ zorgen voor de ernstig zieken en de doden.

Degenen die met pestlijders in contact komen moeten ze een witte stok van twee el lengte (1,40 meter) goed zichtbaar bij zich dragen zodat mensen afstand kunnen bewaren. Waar hebben we dat eerder gehoord?

De maatregel moet een hele klap voor de Urker economie zijn geweest. Haring, boter, konijnenhuiden, zeehondenvlees en keien (van de zeebodem) waren populaire Urker producten in die tijd.

Twee maanden later vaardigt Kampen opnieuw een keur uit. Waarschijnlijk waren de eerdere maatregelen niet serieus genoeg genomen. Ieder contact met Urk blijft verboden.
Quarantainefunctie van Urk.

Op het eiland wordt ziekte in de hand gewerkt door gebrekkige hygiëne en armoede. Bovendien vervult het eiland een quarantainefunctie, want voor de kust liggen handelsschepen waarop tijdens de tocht ziektes zijn uitgebroken. Het woord ‘quarantaine’ zal ook in de 16de eeuw vaak op Urk zijn gevallen!
Op Urk stelt de medische zorg weinig voor. De barbier is tevens dokter en verder vertrouwt men op ‘eyge geneesmiddelen’. De pestuitbraak van 1536 is niet de eerste en zeker niet de laatste; een eeuw later zal een nieuwe uitbraak de Urker bevolking decimeren.

In Kampen leeft de geschiedenis van de pest voort in het Pesthuis. Net als de meeste Nederlandse steden in die tijd bouwde Kampen in 1538 dit ziekenhuis voor pestlijders. De pestgeschiedenis van Kampen krijgt nóg een Urker staartje. Het Pesthuis wordt door de Urkers in de 20ste eeuw namelijk vaak bezocht. Het doet dan dienst als kantoor van de Directie van de Wieringermeer.


C. de Vries, Geschiedenis van het eiland Urk. Kampen, 1962
J. Nanninga Uitterdijk, Een en ander over de pest in Kampen in vroeger eeuwen

Het Pesthuis in Kampen (foto A.J. van der Wal, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

Miniatuur van Middeleeuws ziekenhuis, waarin geestelijken de zieken verzorgen.