
Het Medisch Centrum
Centraal gebouw in de Urker volksgezondheid en hygiëne In het jaar 1936 werd op Urk een nieuw buurthuis gebouwd. Dit was mogelijk omdat door de afsluiting van de Zuiderzee het lage land niet meer onder waterkwam te staan en Urk…
Centraal gebouw in de Urker volksgezondheid en hygiëne In het jaar 1936 werd op Urk een nieuw buurthuis gebouwd. Dit was mogelijk omdat door de afsluiting van de Zuiderzee het lage land niet meer onder waterkwam te staan en Urk…
Wie denkt dat de Urker dracht tijdloos en onveranderlijk is, komt bedrogen uit. Het Urker kostuum veranderde in de loop van de eeuwen voortdurend en ingrijpend. De makers en dragers lieten zich inspireren door stoffen en stijlen uit het Zuiderzeegebied en ver daarbuiten. Net als elders, versoberde de dracht in de loop van de 19de eeuw - een gevolg van modetrends en religieus puritanisme.
Urk heeft een eigen karakter. Maar wat dat eigen karakter dan precies is en hoe dat is ontstaan, is eigenlijk nooit beschreven. In de nieuwe Urcker Kroniek doet drs. Sjoerd Haagsma een zoektocht naar het ‘eigen Urker karakter’.
Het is op Urk nooit saai geweest. Dit blijkt wel uit het archeologisch onderzoek dat Klaas Post uitvoerde bij de verbouwing van Wijk 6-6. Twee jaar lang volgde hij nauwkeurig de graafwerkzaamheden en elk schepje zand werd onderzocht. Het leverde een schat aan archeologische vondsten en waarnemingen op. In de nieuwe Urcker Kroniek presenteert Post dit onderzoek in samenwerking met dr. Bas van Geel van de Universiteit van Amsterdam.
Het meest beeldbepalende element in de Urker skyline staat er weer strak bij. De steigers en doeken zijn weg en helderwit steekt de Urker vuurtoren weer af tegen de lucht. Rijkswaterstaat heeft de vuurtoren helemaal laten renoveren en vrijdag 12 mei werd deze weer in gebruik gesteld.
In de nacht van 31 januari op 1 februari 2023 was het exact 70 jaar geleden dat zich in Zeeland een watersnoodramp voltrok. Een bijzondere combinatie van storm, getijde en de stand van de maan zorgde voor een ramp in het Zeeuwse gebied. Voor Riekelt Snoek aanleiding om het verhaal voor het voetlicht te brengen van de Urker vissers die destijds direct in actie kwamen om de Zeeuwen te helpen.
Burgemeester zijn op Urk is geen makkelijke taak. Dit gold zeker voor burgemeester Keijzer, die dit ambt vervulde in de meest turbulente tijd die Urk heeft gekend. In de nieuwe Urcker Kroniek blikken de auteurs Lub van den Berg en Robert Hofman terug op deze heftige periode waarin Urk een Keijzer had.
30 september 1659: Den raet heeft burgemeesteren geauthoriseert het ylant Urck en Emmeloord, gelegen in de Zuyderzee, te coopen. Met dit besluit werd de stad Amsterdam een jaar later eigenaar van Urk. Niet zonder eigenbelang, want Urk was uiterst belangrijk voor de navigatie op de gevaarlijke Zuiderzee. De koop betekende de redding van Urk.
De zee geeft, de zee neemt... Vrijwel elke Urker familie heeft te maken gehad met verlies van geliefden op zee. Het Urker vissersmonument getuigt van die verliezen en vertelt het verhaal van dood en rouw in een Nederlands vissersdorp.
De Urker keileembult bevat nog ontzettend veel historische informatie. Veelal onzichtbaar onder de kluwen van huizen die hier in de loop der jaren gebouwd zijn. Lang was hier weinig aandacht voor, maar nu blijkt steeds meer hoeveel die onzichtbare aardlagen nog te vertellen hebben over de vaak nog onbekende geschiedenis van Urk. Deze Kroniek geeft inzicht in een aantal recente ontdekkingen die enkele serieuze Urker amateurs deden bij veelal kleine graafwerkzaamheden. Verrassende vondsten die het verleden van Urk nog interessanter maken.
Brommers, vetkuiven en leren jassen zijn eind jaren vijftig van de vorige eeuw het uithangbord van rebelse jongeren. Ze worden ‘nozems’ genoemd. Ook Urk heeft een groep ‘nozems’ die voor problemen zorgt. Een incident met Duitse toeristen leidt zelfs tot forse straffen.
Het is niet meer voor te stellen dat meisjes van 13, 14 jaar met een doos, rieten koffertje of koffieblik op de boot worden gezet om in Amsterdam of een andere plek in Noord-Holland als dienstmeisje aan de slag te gaan. Meisjes die soms bij het zien van het deftige werkhuis het gevoel hadden ‘van God en mensen’ verlaten te zijn. Die vervolgens zo’n tien jaar lang ‘in dienst’ waren, op verschillende adressen, niet zelden in verschillende delen van het land.