Een groepje Urkers zit ontspannen rond een tafel in de buitenlucht. De mannen hebben een jeneverglaasje in de hand – de fles staat op tafel. Een vrouw kijkt sereen voor zich uit. Een jongetje grijpt zich vast terwijl een meisje met een rieten mand ons met de handen in de zij aankijkt. De vraag is, hoe betrouwbaar is de gravure? Bezocht de maker echt het eiland Urk, of is de tekening in een atelier geboren? En is het daarmee een 19de-eeuws voorbeeld van ‘photoshoppen’?
De gravure is gemaakt door de Franse kunstenaar Eugène Ronjat (1822-1912). Misschien kreeg hij de opdracht van Edouard Charton, uitgever van het vooraanstaande Franse reismagazine Tour du Monde. Die liet illustraties bij de reisverslagen van de Vlaamse schrijver Charles de Coster maken. De Coster is de geestelijk vader van Tijl Uilenspiegel, een oude Duitse sage-held die hij herschiep als Vlaamse vrijheidsstrijder.
Terra incognita
In de laat 19de eeuw was Nederland voor de Fransen nog grotendeels terra incognita, net als de verre, exotische bestemmingen waar Tour du Monde mee pronkte. De Coster wist goed wat de lezers verlangden; zijn smeuïge verslagen over Zeeland en Amsterdam verschenen in 1874 en 1878. Een jaar later overleed hij. In 1880 werden zijn notities over ‘Holland’ gepubliceerd. Of de afbeelding van Urk daarin werd afgedrukt is lastig te checken; deze editie van Tour du Monde is niet gedigitaliseerd. In 1964 publiceerde de Wereldbibliotheek De Costers’ Nederlandse reisverslagen onder de intrigerende titel ‘Zijne vrouw zet bloedzuigers’. Daaruit blijkt dat de auteur daadwerkelijk op plekken als Volendam, Marken en Urk is geweest. In Kampen ontmoette hij in 1877 twee Urker vissers, ‘zes voet lang, met grote neuzen, uit grote vlakken opgebouwde hoofden’, met een ‘vrijmoedige blik’ zoals soldaten. Met hen voer hij op zondag voorbij Schokland en meerde af in de Urker haven.
Strohoeden met linten
De Coster nam als eerste een kijkje in de kerk; het was avondmaal. “Alle aanwezigen waren in de rouw. Om de strohoeden droeg men brede zwarte linten”, aldus de reiziger. Hij bezocht een vissershuis, waar een vrouw een schotel met rode kool, aardappelen, peren en cervelaatworst op tafel zette. Al snel vertrok De Coster: er was verder geen interessant studiemateriaal, dacht hij. Ronjat was een kunstenaar met een reputatie op het gebied van exacte kopieën. Maar nu stond hij toch echt voor een dilemma. Hij was gewend dat de auteurs schetsen en foto’s leverden; dit keer kon hij niemand raadplegen. Wat betreft Marken bood het verslag van De Coster goede aanwijzingen. De auteur citeerde oude verslagen, bezocht een bruiloft en verschillende huizen. Hij kreeg oude kledingstukken te zien en luisterde naar oude volksliedjes. Ronjat maakte vier fraaie gravures.
Jatwerk
Voor Urk moest Ronjat teruggrijpen op bestaand materiaal. Het resultaat werd op prijs gesteld: in 1887 werd de Urk gravure opgenomen in de Amerikaanse uitgave ‘Pictures from Holland.’ Maar wie goed naar het plaatje kijkt valt iets op: de oudere man en vrouw lijken verdacht veel op die uit de studio van fotograaf Andries Jager (1825-1905). Hij fotografeerde hen ze voor zijn serie ‘De Nederlandsche Klederdrachten’. Ouderwets jatwerk dus.
De kledingstijl van de jongeren jatte Ronjat waarschijnlijk van de gedetailleerde tekeningen van Valentijn Bing uit 1857. De stoere visloopster blijkt geïnspireerd te zijn door een ansichtkaart uit Zandvoort. Voor de achtergrond koos de bekroonde kunstenaar een neutraal landschap, met wat vissersschepen en terpen met hutten. De Coster had inderdaad genoteerd dat de kleine huizen ‘weinig versieringen’ hadden en ‘kaal gemeubeld’ waren.
Maar met die rieten mand en terpen ging Ronjat toch echt de fout in. Je wenst hem met terugwerkende kracht Chat GTP toe…